Adoptie kinderen

A

Een aparte identiteit

Aziatische adoptiekinderen groeiden op in de intimiteit van een nieuw gezin. Zij woonden verspreid over het land en maakten zich de kennis en vaardigheden eigen die bij de Nederlandse identiteit horen. Op één punt verschilden zij echter van de rest van de samenleving: zij zagen er anders uit.

Ze waren gevormd door een Nederlandse opvoeding, in het bezit van een Nederlandse nationaliteit en een Nederlands paspoort. Dus in dat opzicht heel anders dan andere migranten. Ze zweefden ook niet tussen twee vaderlanden, maar hadden wel biologische familie in het buitenland. Uit dat besef kwamen de nodige problemen voort. Vandaar dat bijvoorbeeld Koreaanse adoptiekinderen een eigen vereniging hebben opgericht, Arierang.

Hun huidskleur, mongolenoven en lichaamsbouw week af van dat van de zogenaamd blanke Nederlanders. Dat heeft bij menigeen tot verwarrende gevoelens geleid. Er wel bijhorend, maar toch buitenstaander zijn – daar kwam het op neer.

Een stichting voor adoptie

In de beginjaren in Nederland was het nog niet zo eenvoudig om een kind uit het buitenland te adopteren. In 1969 is er zelfs een aparte Stichting Interlandelijke Adoptie opgericht. Vooral praktisch viel er van alles te regelen. Zoals het selecteren van ouderparen, maar ook het beoordelen van hun geschiktheid. Een duidelijk beeld van hun wensen mocht evenmin ontbreken. Verder vroeg de Nederlandse wetgeving om een aantal aanpassingen. Een ander punt van zorg was de betrouwbaarheid van organisaties die de kinderen aanboden. Toen het op al die vlakken goed geolied verliep, kwamen er steeds meer adoptiekinderen uit Azië over. Dat leidde tussen 1970 en 1992 tot de adoptie van officieel 20.236 buitenlandse kinderen door Nederlandse gezinnen. Van degenen die vóór 1986 werden geplaatst, was 63 procent bij aankomst jonger dan anderhalf jaar. Eén op de twintig had een leeftijd boven de vijfenhalf jaar.

Biologische familie

Soms als kind wil je je ouders opzoeken. Je bent toch benieuwd wie je “biologische” ouders zijn. Het kan ervoor zorgen dat iemand claimt je ouder te zijn of je familie. En natuurlijk wil je dat geloven maar je weet het niet zeker. Dus om zeker te zijn zou je een aantal dingen kunnen doen. Het weeshuis opzoeken waar je in zat voordat je geadopteerd was. Of een dna test om zeker te zijn (nou ja 99% zeker) dat dit inderdaad de mensen zijn die claimen je ouders of je familie te zijn. DNA testen worden, zijn goed. Vroeger was dat misschien anders maar tegenwoordig kan je er echt op vertrouwen zonder problemen.